print

Medisch verbruik vanuit geografisch perspectief in België: longitudinaal rapport 2008-2012

Het longitudinaal rapport 2008-2012 geeft de geografische uitsplitsing weer van de totale uitgaven van de ziekteverzekering (verzekering voor geneeskundige verzorging), per verzekerde op basis van de woonplaats.

Uitgever
RIZIV
Auteur
RIZIV
Publicatiedatum
05-05-2014
Publicatietype
Studie
Thema's
Terugbetaling
 
 

Context

 
We publiceren regelmatig  rapporten over de variaties in de uitgaven van de ziekteverzekering (verzekering voor geneeskundige verzorging) tussen de Belgische gewesten en arrondissementen.
 
Het gaat over de uitgaven van de verzekering voor geneeskundige verzorging, dus over de uitgaven die verbonden zijn aan de terugbetaalbare verstrekkingen. Die uitgaven vertegenwoordigen een zeer groot deel van het “medisch verbruik” in België.
 
Om een meer genuanceerd beeld te geven over de geografische verschillen, worden in onze rapporten, naast de brutogegevens, ook gestandaardiseerde gegevens vermeld die rekening houden met de verschillen in bevolkingsstructuur.
 

Trends 2008-2012 op basis van de bruto-uitgaven

 
  • In Brussel blijven de gemiddelde uitgaven, die zich aan het begin van de periode reeds duidelijk onder het nationale gemiddelde bevonden, verder daarvan afwijken (bruto-index: 93,3 in 2012). Het specifieke profiel van Brussel kunnen we in het bijzonder in verband brengen met haar sterk verstedelijkt karakter. In de andere grote agglomeraties kan men trouwens eveneens dalende trends vaststellen voor de gemiddelde uitgaven in vergelijking met de nationale gemiddelde uitgaven.
  • In Vlaanderen zijn de gemiddelde uitgaven iets sneller gestegen dan de nationale gemiddelde uitgaven. De gemiddelde uitgaven hebben het Belgisch niveau in 2009 bereikt en bevinden zich daar sindsdien iets boven (bruto-index: 100,3 in 2012).
  • In Wallonië bevinden de gemiddelde uitgaven zich gedurende de hele periode boven het nationale gemiddelde, maar tot 2010 stijgen ze minder snel dan het nationale gemiddelde. De trend om meer aan te sluiten bij het nationale gemiddelde die sinds 2006 bestaat, wordt in 2011 en 2012 onderbroken (bruto-index: 101,5 in 2012). De evolutie van die laatste 2 jaren wordt verklaard door de sterke stijging van het vast gedeelte van de dagprijs van de ziekenhuizen in 2011 en – in mindere mate – in 2012. Het gaat daarbij om een versterking van de verschillen die zijn vastgesteld in het variabel gedeelte van de dagprijs, die wordt veroorzaakt door de manier waarop het vast gedeelte tussen de gewesten wordt verdeeld.
 

Trends 2008-2012 op basis van de gestandaardiseerde uitgaven

 
Gestandaardiseerde uitgaven waarin rekening wordt gehouden met de leeftijd, het geslacht en het sociaal statuut van de verzekerden.  
 
  • In Brussel is de afwijking in vergelijking met het nationale gemiddelde minder groot dan bij de brutogegevens (directe gestandaardiseerde index: 96,4 in 2012).
  • Dat is ook het geval voor Wallonië (directe gestandaardiseerde index: 100,5 in 2012).
  • In Vlaanderen is de directe gestandaardiseerde index (101,6 in 2012) hoger dan de bruto-index.
 
Voor het grootste gedeelte van de beschouwde periode zijn de vastgestelde verschillen in de bruto-uitgaven in Brussel en Wallonië dus gedeeltelijk te wijten aan de bevolkingsstructuur. Andere factoren of combinaties van factoren waarmee wij in ons onderzoek geen rekening hebben kunnen houden, spelen ook een rol, vooral in Vlaanderen.
 

Uitgaven per arrondissement  

 
  • Naast de resultaten per gewest, worden in het rapport ook de totale uitgaven per arrondissement voor het jaar 2012 onderzocht. De verschillen tussen de arrondissementen blijven veel groter dan de verschillen tussen de gewesten.
  • Het rapport 2008-2012 is het 1e longitudinale rapport waarin ter informatie, naast de totale uitgaven, ook de uitsplitsing per arrondissement voor 6 grote uitgavengroepen in 2012 worden vermeld:
    1. de ambulante uitgaven in het algemeen
    2. de ziekenhuisuitgaven in het algemeen
    3. de terugbetalingen van de maximumfactuur
    4. de uitgaven in de psychiatrische instellingen
    5. de residentiële uitgaven en de uitgaven in gemeenschappen
    6. de uitgaven op lange termijn, de uitgaven voor chronische ziekten en op het vlak van revalidatie.
 

Meer info? 

Zie ook:

Contacten

Directie Research, Development & Quality (RDQ)

Tel: +32(0)2 739 78 65

E-mail: rdq@riziv-inami.fgov.be

​Galileelaan 5/01
1210 Brussel