BUC003- Alt 1.B: start bij de apotheker

<ol>
<li><ol>
<li><ol>
<li>#lt;h3 align="justify"#gt;<font color="#1f4d78">Alternatief 1B: Proces start bij de apotheker die advies verstrekt aan de patiënt.</font>#lt;/h3#gt;</li></ol>
</li><br/></ol>
</li><br/></ol>
<font color="#1f4d78">Het gaat hier over een vorm van zelfmedicatie van de patiënt die advies vraagt aan de apotheker.</font><br/>Optie 1: Apotheker geeft OTC geneesmiddel mee met patiënt (hij verwijst niet door naar de voorschrijver) <br/><br/><ul>
<li>Patiënt komt bij de apotheker en beslist zijn klachten te delen met de apotheker. (5)</li><li>Patiënt vertelt zijn klachten en apotheker stelt vast dat voor de behandeling geen interventie nodig is van de voorschrijver, en dat het geneesmiddel OTC mag afgeleverd worden.</li><li>Apotheker raadpleegt (via erkende software) het medicatieschema van de patiënt dat bewaard wordt in de regionale kluis. (6+8)</li><li>Apotheker stelt vast dat patiënt nog geen medicatieschema heeft in de kluis. Hij maakt een medicatielijn aan waardoor automatisch een medicatieschema wordt aangemaakt in de kluis. De apotheker voegt hierbij ook de therapeutische intentie toe.</li><li>Apotheker levert een niet voorschrift plichtig geneesmiddel af aan de patiënt en geeft de nodige instructies mee m.b.t inname van het geneesmiddel (5)</li><li>Apotheker registreert aflevering in het GFD (7)</li><li>Patiënt begint behandeling op basis van het geleverde geneesmiddel</li></ul>
<b><u>Voorbeeld Optie 1:</u></b><br/><ul>
<li>Patiënt komt met klachten van een verstopte neus bij de apotheker</li><li>Apotheker evalueert de klachten en bepaalt dat de patiënt kan behandeld worden met een geneesmiddel waarvoor er geen voorschrift nodig is. De apotheker is van mening dat een consultatie van een voorschrijver niet onmiddellijk nodig is. </li><li>Hij verifieert of er een medicatieschema is in de kluis en stelt vast dat er nog geen medicatieschema bestaat voor patiënt. </li><li>Apotheker is van oordeel dat patiënt geholpen kan zijn met Nasasinutab spray </li><li>Hij maakt een medicatielijn aan waardoor automatisch een medicatieschema wordt aangemaakt in de kluis. Hij geeft hierbij ook aan dat de therapeutische intentie de verstopte neus is.</li><li>Apotheker levert het geneesmiddel af aan de patiënt (Nasasinutab spray) en geeft de nodige instructies mee m.b.t. inname van het geneesmiddel : 2x per dag in beide neusgaten 1x sprayen </li><li>Apotheker registreert aflevering in GFD voor Nasasinutab spray</li><li>Patiënt begint behandeling op basis van het geleverde geneesmiddel</li></ul>
<br/><br/>Optie 2: Op basis van de klachten van de patiënt verwijst de apotheker de patiënt door naar een voorschrijver en stelt hij voor de voorschrijver een advies op<br/><br/><br/><ul>
<li>Patiënt komt bij de apotheker voor advies over een nieuwe probleem. (1)</li><li>Apotheker stelt vast dat voor de behandeling een interventie nodig is van de voorschrijver</li><li>Apotheker stelt advies op gericht aan de dokter (dit gebeurt meestal op papier)</li><li>Indien de patiënt de behandeling toch wil, moet hij een nieuw scenario starten bij de voorschrijver (bv. scenario 1A)</li></ul>
<br/>