A0101- Registreren behandeling in ziekenhuis

De medicamenteuze behandeling bij een opname (#gt;1d) in het ziekenhuis, wordt niet geregistreerd in het gedeeld Medicatieschema. Het ziekenhuis registreert alles in het eigen systeem.<br/>Voor een daghospitalisatie geldt dit niet (zie business process case 21). Bij ontslag van de patient, moet het ziekenhuis ook het gedeeld medicatieschema weer in orde brengen. (zie business process case 22)<br/><br/>Business Process Case 21 - Dagopname in het ziekenhuis met medicatie<br/>Er is medicatie nodig vóór de dagopname: <br/><br/>De patiënt wordt in het ziekenhuis verwacht voor een colonoscopie. Het ziekenhuis heeft hiervoor een informatie- en instructiefiche opgestuurd naar de patiënt. De instructies zijn gedetailleerd en duidelijk. Er moet meer dan een dag voor de opname gestart worden met het gebruik van Plenvu. De instructiefiche beveelt ook Motilium aan tegen de eventuele misselijkheid die een bijwerking kan zijn van Plenvu. De instructiefiche vermeldt ook dat, het protocol dat erin beschreven wordt, strikt moet gevolgd worden en niet de informatie vermeld in de bijsluiter van Plenvu.<br/>De instructiefiche is wel duidelijk, maar het is geen voorschrift, niet naar vorm en niet naar gegevens die aanwezig moeten zijn. Het is de specialist in het ziekenhuis die verantwoordelijk is voor het maken van een voorschrift (behandeling) en het begeleiden van de patiënt. <br/>Plenvu is wel vrij van voorschrift, maar Motilium is dat sinds enige tijd niet meer.<br/>De patiënt gaat dus tijdig naar de apotheker (wellicht een gekende / bereidwillige / huisapotheker) en bekomt beide producten. De patiënt belooft een geldig voorschrift voor Motilium achteraf binnen te brengen bij de apotheker. De apotheker is bereid om Motilium (Motilium Instant 10 mg orodisp. tabl. 30) af te leveren en geeft ook de instructies voor gebruik o.a. De posologie is “1 x 1/d indien nodig” en dat de tabletten niet uit de blister mogen gedrukt worden. Voor deze behandeling is de verpakkingsgrootte (min 30 tabletten voor verpakkingen die in België publiek beschikbaar zijn, terwijl het maar één dag genomen moet worden aan max 1/d) veel te groot.<br/>De aflevering dient ook geregistreerd te worden.<br/><br/>In dit geval registreert de arts in het ziekenhuis de behandeling in het EPD van het ziekenhuis. In het ziekenhuissysteem worden ook geneesmiddelen geregistreerd die niet in het gedeeld Medicatieschema komen. Deze gegevens kunnen door de patiënt wel geraadpleegd worden (bijvoorbeeld via een hub). We kunnen hierbij denken aan de producten die door een anesthesist gebruikt worden.<br/>Via het ziekenhuissysteem wordt er een instructiefiche afgedrukt en aan de patiënt meegegeven. Het is hier uitdrukkelijk de bedoeling dat de geneesmiddelen die de patiënt moet nemen (in het voorbeeld Plenvu en Motillium) in het gedeeld Medicatieschema komen. De behandelende arts in het ziekenhuis moet daarvoor zorgen door het gedeeld Medicatieschema in de kluis te synchroniseren (2 weg) met het ziekenhuisinformatiesysteem. De specialistische medicatie, van de anesthesist bijvoorbeeld, moet niet gesynchroniseerd worden. Op die manier volgen alle actoren het correcte proces. Het is dus van belang dat de arts in het ziekenhuis ook eerst het gedeeld Medicatieschema bekijkt vooraleer voor te schrijven. De voorschriften worden ook hier automatisch aangemaakt. De apotheker kan het correcte gedeelde Medicatieschema raadplegen, en ziet de samenhang tussen Plenvu en Motillium. Daarmee kan hij ook de juiste gebruiksinformatie aan de patiënt geven. Het systeem van de voorschrijvende arts hoeft dus geen voorschrift aan te maken voor Plenvu (OTC). Het Medicatieschema bevat alle relevante informatie voor de apotheker en de patiënt.<br/><br/>Business Process Case 22 - Starten met medicatie na ontslag uit het ziekenhuis<br/><br/>Er is medicatie nodig na het ontslag uit het ziekenhuis:<br/><br/>De patiënt werd in het ziekenhuis geopereerd. De operatie is geslaagd en de patiënt kan na een verblijf van 4 dagen naar huis. De specialist stelt een behandeling op om bloedklonters te vermijden en schrijft voor: Clexane 4000 IU (40 mg)/0,4 ml inj. opl. i.v./s.c. voorgev. spuit 10 x 0.4 ml. De behandeling duurt 30 dagen. De patiënt denkt dat hij deze spuiten, zeker in het begin, niet bij zichzelf kan zetten en hij vraagt de specialist om ook een verwijsvoorschrift te maken voor de thuisverpleging.<br/>De arts schrijft ook nog een verwijsvoorschrift voor 60 x kinesitherapie.<br/>De ziekenhuisapotheek levert ook voor 3 dagen pijnmedicatie af: 3x1/d 1000mg paracetamol en “indien nodig” de paracetamol te vervangen door 2x1d Tramadol/Paracetamol Teva 75 mg - 650 mg tabl. <br/><br/>De arts die de patiënt ontslaat moet, vanuit het ziekenhuis, toegang hebben tot het Medicatieschema en moet dan volgende behandelingen opstellen:<br/>• voor het voorkomen van de trombose<br/>o Clexane<br/>o Verwijsvoorschrift voor toediening van Clexane<br/> De toedieningsinstructies moeten voor de verpleegkundige ondubbelzinnig en volledig zijn. De bijsluiter bevat gedetailleerde instructies voor gebruik. De arts kan hiernaar verwijzen, maar zal toch moeten specifiëren of de toediening i.v. of s.c. gebeurt. Dit wordt genoteerd in de posologie of in de toedieningsinstructies in het voorschrift. Eventueel kunnen er opmerkingen genoteerd worden in journaalnoties bij de Medicatielijn (niet de journaalnotities op niveau van het Medicatieschema).<br/>• voor de pijnbestrijding.<br/>o Paracetamol 1000mg<br/>o Tramadol/paracetamol “indien nodig” EN dit vervangt dan paracetamol 1000mg<br/> De arts zal erop moeten letten dat de Medicatielijnen voor de patiënt duidelijk zijn. Tramadol/paracetamol moet niet samen met de paracetamol 1000mg genomen worden.<br/>• massage uit te voeren door de kinesist.<br/>o Dit is een typisch verwijsvoorschrift. In dit geval niet gecombineerd met een geneesmiddel. Dit wordt NIET in het Medicatieschema genoteerd.<br/><br/>De ziekenhuisapotheker die de geneesmiddelen voor thuisgebruik meegeeft (voor 3 dagen zodat de patiënt intussen tijd heeft om de huisarts en/of apotheker te raadplegen), moet vanuit het ziekenhuis ook toegang hebben tot het Medicatieschema (principe van de COT). Op die manier heeft hij ook een overzicht over alle geneesmiddelen die de patiënt thuis gebruikt. Hij kan bijvoorbeeld voorstellen aan de arts om paracetamol en Clexane niet samen voor te schrijven maar voor een ander geneesmiddel te kiezen. (Medication review door de (ziekenhuis)apotheker).<br/>