Bariatrie: indicator voor een minimuminterval tussen de eerste raadpleging met een chirurg en de ingreep
Het onnodig dure of overbodige karakter van verstrekkingen door zorgverleners kan worden geëvalueerd op basis van indicatoren van manifeste afwijking van goede medische praktijk, vastgesteld door de Nationale Raad voor Kwaliteitspromotie (NRKP).
De NRKP, gesteund door heeft het KCE en CEBAM een minimuminterval van 3 maanden goedgekeurd tussen de eerste raadpleging met een bariatrisch chirurg en de eigenlijke bariatrische ingreep.
Op deze pagina:
Wat houdt de indicator in?
Deze indicator is op 25 september 2023 gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad en op die datum in werking getreden:
"Een periode van minimaal drie volledige kalendermaanden tussen de eerste raadpleging van de patiënt met een bariatrisch chirurg en het tijdstip van de eigenlijke bariatrische ingreep wordt voor alle patiënten wettelijk vastgelegd. De drie volledige kalendermaanden beginnen te lopen vanaf de eerste dag van de kalendermaand die volgt op de dag van de raadpleging. Bij hoge medische nood kan hiervan gemotiveerd worden afgeweken.”
- Deze indicator stelt een minimumperiode van 3 volledige kalendermaanden in tussen het eerste consult van de patiënt met een bariatrisch chirurg en de bariatrische operatie zelf.
- Deze 3 maanden gaan in vanaf de eerste dag van de maand volgend op de datum van dit eerste consult.
Het onnodig dure of overbodige karakter van geneeskundige verstrekkingen kan dus worden geëvalueerd op basis van indicatoren van manifeste afwijking van goede medische praktijk. Deze indicatoren zijn niet absoluut. Gemotiveerde uitzonderingen blijven mogelijk. In die zin is een indicator een verantwoordingsdrempel. Concreet zullen er geen gevolgen zijn voor de patiënten bij wie de ingreep verantwoord is.
Waarom werd deze indicator voorgesteld?
Momenteel stellen we in België vast dat de tijdspanne tussen de eerste raadpleging en de ingreep sterk varieert: hoewel de meeste ingrepen plaatsvinden na die 3 maanden, waarvan 25 % na 6 maanden, vindt 31,7 % van de ingrepen plaats binnen een periode van minder dan 3 maanden, en 4,3 % zonder voorafgaande raadpleging.
In een rapport over de werkzaamheid, veiligheid en kosteneffectiviteit van bariatrische chirurgie toonde het KCE in 2009 aan dat "chirurgie effectiever is dan de conservatieve behandeling bij morbide obesitas en ernstige obesitas, in combinatie met andere aandoeningen. Aan de andere kant lost de ingreep niet alle problemen op en is er een risico op complicaties en nevenwerkingen. Voor een succesvol, langdurig effect moet de patiënt zijn voedingsgewoonten en gedrag (bv. meer lichaamsbeweging) namelijk levenslang aanpassen, en moet hij zich langdurig medisch, nutritioneel en psychologisch laten opvolgen. Hierover moet hij dan ook goed worden geïnformeerd, en hij moet een goede begeleiding krijgen, zowel vóór als na de ingreep".
Het KCE raadde ook eenzelfde interval van minstens 3 maanden aan tussen de eerste raadpleging en de eigenlijke bariatrische ingreep, behalve om dringende medische redenen. Ter vergelijking: in Frankrijk stelt de Haute Autorité de la Santé een preoperatieve fase van minstens 6 maanden voor. In Zwitserland schrijven de richtlijnen van de Swiss Society for the Study of Morbid Obesity’s een interval van minstens 3 maanden voor. Ten slotte is volgens BeSOMS (Belgian Society of Obesity and Metabolic Surgery) een termijn van meer dan 3 maanden te lang.
De invoering van een preoperatieve minimumtermijn waarin de patiënt een bariatrisch chirurg moet raadplegen, kan ertoe leiden dat sommige patiënten mogelijk afzien van de ingreep, wat in theorie het aantal ingrepen kan doen dalen. Er kunnen echter extra uitgaven worden vastgesteld voor diëtisten, psychologen en andere zorgverleners. Het doel van dit voorstel is dus niet om eventuele besparingen te realiseren, maar om de kwaliteit van de zorg te optimaliseren.
Ook zullen sommige ingrepen misschien worden uitgesteld. Hierdoor zullen de patiënten zich optimaal kunnen voorbereiden wat hun welbevinden zal verhogen.
De motivatie om het gebruik van deze indicator te rechtvaardigen wordt in detail beschreven in het NRKP-aanvraagdossier.
Hoe sensibiliseren we de bariatrisch chirurgen?
Toen de indicator gepubliceerd werd in het Belgisch Staatsblad, heeft onze DGEC een sensibiliseringsbrief gestuurd naar de bariatrisch chirurgen over de naleving van deze indicator.
In april 2024 heeft de DGEC een brief met individuele feedback gestuurd naar de bariatrisch chirurgen die minstens 1 bariatrische interventie hadden aangerekend in de 5 jaar voorafgaand aan de publicatie van de indicator. Met deze feedback kunnen ze zich situeren ten opzichte van de indicator en de andere bariatrisch chirurgen. Zo kunnen ze hun planning aanpassen aan het minimuminterval indien nodig.
Contacten
Secretariaat van de Dienst voor geneeskundige evaluatie en controle
Tel: +32 (0)2 739 75 08