print

Statistieken over primaire arbeidsongeschiktheid van zelfstandigen in 2014

Deze statistieken hebben betrekking op de zelfstandigen die  minder dan 1 jaar in arbeidsongeschiktheid zijn (periode van “primaire arbeidsongeschiktheid”).

Als een persoon na 1 jaar nog altijd arbeidsongeschikt erkend is, start de periode van “invaliditeit”. De cijfers op deze pagina hebben geen betrekking op de personen erkend als invalide.

Op deze pagina:

Aantal zelfstandige gerechtigden in primaire arbeidsongeschiktheid

Het aantal “primaire uitkeringsgerechtigden” (PUG) stemt overeen met het aantal gerechtigden verzekerd tegen arbeidsongeschiktheid, verminderd met het aantal invaliden. Concreet gaat het over de actieve zelfstandigen en de gerechtigden erkend in de periode van primaire arbeidsongeschiktheid.

Elke toename van deze populatie kan een stijging van het aantal gevallen in primaire arbeidsongeschiktheid en van het aantal erkende invaliden tot gevolg hebben.

Het analyseren van het aantal primaire uitkeringsgerechtigden kan bijgevolg belangrijk blijken om de evoluties te verklaren die in de statistieken over de primaire arbeidsongeschiktheid en de invaliditeit te zien zijn.

Sinds 2011 is het aantal verzekerden jaar na jaar licht toegenomen. Deze stijgende trend is voornamelijk het gevolg van een toename van het aantal vrouwelijke gerechtigden. Deze tendens kan onder andere verklaard worden door:

  • de stijgende participatiegraad van vrouwen op de arbeidsmarkt
  • het optrekken van de pensioensleeftijd voor vrouwen: hoe ouder een uitkeringsgerechtigde, hoe groter het risico om in te treden in arbeidsongeschiktheid
  • de vergrijzing van de bevolking.

Aantal zelfstandige gerechtigden in primaire arbeidsongeschiktheid - Evolutie 2010-2014

Aantal dagen in primaire arbeidsongeschiktheid, uitgekeerde bedragen en gemiddelde dagelijkse uitkering

Tussen 2010 en 2014 lag de jaarlijkse toename van de uitgekeerde bedragen systematisch hoger dan de toename van het aantal uitkeringsdagen. Het vastgestelde verschil tussen de evolutie van de uitkeringsdagen en de evolutie van de uitgekeerde bedragen kan verklaard worden door:

  • de opeenvolgende verhogingen van de gemiddelde dagelijkse uitkering.
    In het regime van de zelfstandigen krijgen de gerechtigden hun vergoeding niet op basis van het inkomen dat ze voor de aanvang van hun periode van ongeschiktheid ontvingen, maar op basis van forfaitaire dagelijkse bedragen.
    In de periode van primaire ongeschiktheid zijn deze forfaitaire bedragen afhankelijk van de gezinslast van de gerechtigde (met gezinslast, alleenstaande of samenwonende).
    De verschillende forfaitaire bedragen zijn gelinkt aan de evolutie van de gezondheidsindex, maar kunnen daarnaast ook door bepaalde overheidsmaatregelen worden geherwaardeerd. De laatste herwaardering van de forfaits (buiten index) was in 2013, wat een verklaring geeft voor de toename met 8,76% van de gemiddelde uitkering.
  • de dagelijkse forfaitaire bedragen die in bepaalde gevallen verminderd kunnen worden, ten gevolge van een cumul met een andere bron van inkomsten (bijvoorbeeld de rentes van gemeen recht), of door een hervatting van de activiteit met toestemming van de adviserend arts. De verminderende bedragen kunnen variëren van jaar tot jaar.
  • de verhouding van gerechtigden met gezinslast, alleenstaanden of samenwonenden, die eveneens kan variëren van jaar tot jaar, wat een invloed kan hebben op de globale gemiddelde uitkering.

Zelfstandigen - Aantal dagen in primaire arbeidsongeschiktheid, uitgekeerde bedragen en gemiddelde dagelijkse uitkering - Evolutie 2010-2014

Aantal periodes van primaire arbeidsongeschiktheid

Voor een beter begrip van de gegevens in deze tabellen en grafieken:

  • Deze cijfers hebben enkel betrekking op de periode van primaire arbeidsongeschiktheid die beëindigd werd in de loop van elk van de bestudeerde jaren.
  • Deze cijfers bevatten niet de gevallen waarvoor de duur van ongeschiktheid de carensperiode van 1 maand niet overschrijdt, en die m.a.w. niet ten laste vallen van de uitkeringsverzekering. Als de ongeschiktheid verder loopt dan de carensperiode, dan zal het geval geregistreerd worden voor de totale duur van de ongeschiktheid.
  • De periode tussen 338 en 365 dagen bevat hoofdzakelijk de periodes van arbeidsongeschiktheid die 1 jaar hebben bereikt, en die naar alle waarschijnlijkheid in invaliditeit zullen overgaan.

In iets meer dan 1 op 10 gevallen (11,21%) bedraagt de duur van de ongeschiktheid 71 tot 98 dagen.
Vervolgens neemt het aantal gevallen stelselmatig af naarmate dat de duur van de ongeschiktheid toeneemt. De enige uitzondering hierop is de laatste categorie van de duur van arbeidsongeschiktheid: in ongeveer een derde van de gevallen (34,25 %) duurt de ongeschiktheid tussen 338 en 365 dagen. Het betreft hier de zelfstandigen waarbij de duur van hun ongeschiktheid 1 jaar heeft bereikt en die naar alle waarschijnlijkheid hun 2e jaar van ongeschiktheid zullen aanvatten, zijnde de periode van invaliditeit.

Zelfstandigen - Aantal periode van primaire arbeidsongeschiktheid - Evolutie 2010-2014

Contacten

Dienst uitkeringen - Directie financiën en statistieken

E-mail: finstat@riziv-inami.fgov.be