print

Statistieken over invaliditeit bij zelfstandigen in 2016

Deze statistieken gaan over de zelfstandigen die zich sinds meer dan 1 jaar in arbeidsongeschiktheid bevinden (“periode van invaliditeit”) en die als invalide erkend zijn door de Geneeskundige Raad voor Invaliditeit.

Een zelfstandige die minder dan 1 jaar arbeidsongeschikt is, bevindt zich in de periode van “primaire arbeidsongeschiktheid”. De cijfers op deze pagina hebben geen betrekking op deze gerechtigden.

Op deze pagina:

Aantal zelfstandigen in invaliditeit

Tussen 2012 en 2016 is het aantal invaliden gestegen met 17,03%, wat voornamelijk te wijten is aan de stijging bij het aantal vrouwen: zo is er bij de vrouwen een toename met 22,78%, ten opzichte van 13,67% bij de mannen. Deze evolutie kan verklaard worden aan de hand van de volgende factoren:

  • Het optrekken van de pensioensleeftijd voor vrouwen
    De pensioensleeftijd voor vrouwen werd progressief gelijkgeschakeld met deze voor mannen, tot een gelijkheid in 2009. Deze maatregel impliceert dat vrouwen voor een langere periode invalide kunnen blijven of tot op latere leeftijd in invaliditeit kunnen treden.
  • De stijgende participatiegraad van vrouwen op de arbeidsmarkt
    De afgelopen jaren kon een sterke toename van de participatiegraad van vrouwen op de arbeidsmarkt worden vastgesteld, en dit ook in de oudere leeftijdscategorieën. De maatschappij evolueert meer en meer richting gezinnen met tweeverdieners waarbij zowel de man als de vrouw deelneemt aan het beroepsleven. Het aantal gerechtigden onderworpen aan de uitkeringsverzekering (en dus vatbaar om in arbeidsongeschiktheid te treden) neemt toe.
  • De vergrijzing van de bevolking
    De vergrijzing van de Belgische bevolking is een feit. Bij het analyseren van de evolutie van deze bevolking per leeftijdsgroep zien we dat het aantal gerechtigden met een leeftijd tussen 50 en 59 jaar toeneemt, terwijl in de jongere leeftijdscategorieën het aantal gerechtigden eerder afneemt. Gezien de arbeidsongeschiktheid een fenomeen is dat stijgt met de leeftijd, veroorzaakt een toename van het aantal oudere gerechtigden een toename van het aantal gevallen van primaire arbeidsongeschiktheid en invaliditeit.
  • Nieuwe ziektebeelden
    We zien belangrijke verschuivingen bij de ziektebeelden die aanleiding geven tot een periode van invaliditeit.
    Voornamelijk dankzij de vooruitgang van de geneeskunde kunnen we bepaalde ziektes correct behandelen. Dit is onder meer het geval bij de ziektes van het hartvaatstelsel (groep 7). Het aantal invaliden dat lijdt aan psychische stoornissen (groep 5) en aan musculoskeletale aandoeningen (groep 13) neemt daarentegen aanzienlijk toe.

Aanvullende studies over arbeidsongeschiktheid kunnen leiden tot een beter begrip van de factoren die aan de basis van de arbeidsongeschiktheid liggen. Het kenniscentrum arbeidsongeschiktheid heeft als doel:

  • Het verbeteren van de kennis rond arbeidsongeschiktheid.
  • Het ontwikkelen van ondersteuningsinstrumenten voor de overheid.
  • Het opbouwen van een grotere expertise aangaande de verschillende domeinen van arbeidsongeschiktheid in samenwerking met de dienst uitkeringen.

Op basis van dit verbeterde begrip zal de ondersteunende rol van de overheid in de toekomst versterkt kunnen worden.

Aantal zelfstandigen in invaliditeit - Evolutie 2012-2016

Aantal dagen in invaliditeit, uitgekeerde bedragen en gemiddelde dagelijkse uitkering

Het aantal vergoede dagen in invaliditeit neemt de laatste jaren constant toe. Deze tendens kunnen we voornamelijk verklaren door de stijging van het aantal invaliden.

Tussen 2012 en 2016 lag de jaarlijkse toename van de uitgekeerde bedragen systematisch hoger dan de toename van het aantal vergoede dagen. Dit fenomeen verklaren we door verschillende factoren:

  • De opeenvolgende verhogingen van de gemiddelde dagelijkse uitkering

In het regime van de zelfstandigen worden de gerechtigden niet vergoed op basis van het inkomen dat ze voor de aanvang van hun periode van ongeschiktheid ontvingen, maar op basis van forfaitaire dagelijkse bedragen.

In de periode van invaliditeit zijn deze forfaitaire bedragen afhankelijk van:

    • De gezinslast van de gerechtigde (met gezinslast, alleenstaande of samenwonende).
    • Het feit of de gerechtigde al dan niet zijn professionele activiteit heeft stopgezet (de in invaliditeit erkende gerechtigde dient in principe zijn werkzaamheid stopgezet te hebben, maar zijn activiteit kan voortgezet worden en tijdelijk worden uitgeoefend door de meehelpende echtgenoot, een werknemer, enz.).

De verschillende forfaitaire bedragen zijn gelinkt aan de evolutie van de gezondheidsindex, maar kunnen daarnaast ook door bepaalde overheidsmaatregelen worden geherwaardeerd.

In 2016 bedraagt de globale gemiddelde dagelijkse uitkering 42,32 EUR, dankzij een stijging van 2,25% ten opzichte van 2015. Deze stijging komt voornamelijk door de indexatie van 2% voor de diensten in werking getreden in juni 2016, en dankzij de herwaardering van het forfaitaire bedrag toegekend aan alleenstaanden die op 1 augustus 2016 van kracht geworden is.

  • De dagelijkse forfaitaire bedragen kunnen in bepaalde gevallen verminderd worden, hetzij ten gevolge van een cumul met een andere bron van inkomsten (bijvoorbeeld de rentes van gemeen recht) hetzij door een hervatting van de activiteit met toestemming van de adviserend geneesheer. De verminderende bedragen kunnen variëren van jaar tot jaar.
  • De verhouding van gerechtigden met gezinslast, alleenstaanden of samenwonenden kan eveneens variëren van jaar tot jaar, wat een invloed kan hebben op de globale  gemiddelde uitkering.

Zelfstandigen - Aantal dagen in invaliditeit, uitgekeerde bedragen en gemiddelde uitkering - Evolutie 2012-2016

Contacten

Dienst uitkeringen - Directie financiën en statistieken

E-mail: finstat@riziv-inami.fgov.be